Een vraag die bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst regelmatig aan de orde komt is of gedragingen in de privétijd of -sfeer voor een werkgever een reden voor ontbinding kan opleveren. Daarbij is allereerst van belang of de arbeidsverhouding door de gedraging in privétijd wordt geraakt. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn indien de bewuste werknemer een voorbeeldfunctie heeft of de betrekking een hoge mate van integriteit vereist.
Luchtvaartengineer met een knallende hobby
Recent heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant zich uitgelaten over een geval waarbij de werkgever ontbinding verzocht nadat een luchtvaartengineer was betrapt op het experimenteren met illegaal vuurwerk. De werknemer, 40 jaar oud, is op 1 juni 1992 in dienst getreden van de werkgever. Op 16 september 2013 heeft werknemer, in de omgeving van zijn huis, een door hem zelf gemaakte vuurwerkcreatie getest. Het huis van werknemer bevindt zich in de nabijheid van de vliegbasis. Bij het testen heeft werknemer de vuurwerkcreatie bevestigd aan het hekwerk van de Koninklijke Luchtmacht. Op 17 september 2013 werd de vuurwerkcreatie door de Koninklijke Marechaussee gevonden. De werkgever vraagt ontbinding omdat er sprake zou zijn van een ernstige, onherstelbare vertrouwensbreuk tussen partijen. Het vervaardigen van illegaal vuurwerk verhoudt zich niet met de veiligheid in de luchtvaart. Werknemer meent dat geen van de door werkgever gemaakte verwijten een ontbinding rechtvaardigen. Het verzoek wegens een vertrouwensbreuk is onterecht en disproportioneel.
Hoe dient de rechter met een dergelijk geval om te gaan?
In het Hyatt-arrest (14 september 2007) heeft de Hoge Raad algemene regels geformuleerd. Uit dat arrest volgt dat wanneer een werkgever regels stelt of gevolgen verbindt aan handelen van werknemers die de privésfeer raken, de regels of de gevolgen daarvan:
- een legitiem (eerlijk/rechtvaardig) doel moeten dienen;
- niet verder gaan dan noodzakelijk (proportionaliteit), en;
- er niet andere minder verstrekkende oplossingen zijn (subsidiariteit).
Hyatt had een werknemer ontslagen omdat deze positief had gereageerd op een drugstest. De rechter oordeelde dat het anti drugbeleid van het Hyatt noodzakelijk was voor het behoud van de goede naam van het Hyatt hotel. Of er sprake is van een privégedraging die de arbeidsverhouding raakt zal moeten worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval.
Vertrouwensbreuk
In de zaak met de luchtvaartengineer oordeelt de rechter dat het experimenteren met vuurwerk, pyrotechniek of zich op andere wijze bezighouden met explosieven zich niet verdraagt met de normen in
de internationale luchtvaart waar veiligheid één van de belangrijkste
voorwaarden is. Het is voorstelbaar dat werkgever hierdoor het vertrouwen in (de integriteit van) werknemer heeft verloren. Ontbinding dient daardoor naar het oordeel van de rechter een legitiem doel (goede naam werkgever) en is proportioneel en noodzakelijk. Dat de werknemer aangeeft dat het een domme actie is geweest, waarbij hij naïef te werk is gegaan en dat hij zijn hobbymatige interesse in pyrotechniek inmiddels heeft afgezworen, maken het voorgaande niet anders.
Interpretatie afhankelijk van omstandigheden
Het kan ook anders lopen. Uit rechtspraak blijkt dat het oordeel sterk afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. Vooral de positie en verantwoordelijkheden van de werknemer spelen een belangrijke rol. Ook de manier waarop de buitenwereld naar de situatie aankijkt is van belang. De kantonrechter Gouda had te oordelen over een geval waarbij een leraar acteert in een pornofilm en wordt herkend door leerlingen. Het ontbindingsverzoek wordt afgewezen omdat de werkgever onvoldoende heeft onderzocht of het draagvlak van de leraar inderdaad is verdwenen.
Clubliefde in het voetbal
In een andere zaak ging had de directeur van Feyenoord een affectieve relatie met de directeur van Ajax gekregen. Feyenoord acht dit onwenselijk in verband met de mogelijkheid van collusie. Ontbinding word weliswaar toegekend, maar Feyenoord moest wel een hoge ontslagvergoeding betalen (kantonrechter Rotterdam 13 augustus 1998).